< Terug naar overzicht

Over bijen en bij-voeren

Helaas gaat het niet goed met de wilde bijen en andere bestuivers zoals vlinders en zweefvliegen op deze planeet. 40 Procent van de soorten gaat achteruit en dat kan grote gevolgen hebben voor de voedselvoorziening. Want driekwart van de voedselgewassen en 90 procent van de wilde planten zijn (voor een deel) afhankelijk van bestuiving door dieren. Met het verdwijnen van de bij komt onze voedselvoorziening in gevaar, aangezien zij er met andere bestuivers voor zorgen dat planten vruchten dragen en zich voort kunnen planten. Iemand heeft eens beweerd dat de mensheid het maar vier jaar volhoud mochten bijen ooit uitsterven. Zo ver is het gelukkig niet en zal het waarschijnlijk ook nooit komen (zo is de wind een belangrijke bestuiver voor tarwe), maar het geeft je wel te denken.


Het is dan ook niet raar dat bijen op het moment nogal wat populariteit genieten. Tuincentra staan vol met heerlijk geurende bijenlokkers, op praktisch elke straathoek kan je een insectenhotel vinden (of aanschaffen) en je wordt van alle kanten opgeroepen om zelf in actie te komen.



Bij Bosnodig waren we afgelopen maand ‘Voedselbank voor bijen’, in het kader van de ‘Voer de bij bij’ campagne van de The Pollinators. Je kon bij ons een gratis zakje bloemzaadjes komen halen om uit te zaaien op 22 april, Dag van de Aarde en Nationale Zaaidag. In heel Nederland is er op die dag ca 140.000m2 ingezaaid met inheemse gifvrije bloemen. Dat belooft een feestmaal te worden!


In Nederland leven zo’n 350 verschillende soorten bijen. De honingbij is er daar één van, die woont in kasten en korven bij (hobby)imkers. Andere soorten die voorkomen worden ‘wilde bijen’ genoemd, zoals de gehoornde metselbij, de akkerhommel en de rosse metselbij. De meeste wilde bijensoorten wonen op zichzelf (solitair) en nestelen zich in dood hout, holle stengels, muurspleten of onder de grond.


Waarom gaat het nou zo slecht met de bij?

Er is een aantal oorzaken te noemen waarom de bijen het zo moeilijk hebben. Te beginnen bij hoe wij mensen tegenwoordig landbouw bedrijven. Vroeger had elke boer zijn eigen landje dat hij jaarrond gebruikte voor veel verschillende groente- en fruitsoorten. Na de Tweede Wereldoorlog merkten we dat het heel effectief is om op grote akkers dezelfde gewassen te verbouwen, met als gevolg dat de diversiteit achteruit vloog en er door het jaar heen lange periodes zonder bloemen ontstonden. En daarbij werd er ook nog gebruik gemaakt van pesticiden, die inderdaad plaagdieren op een afstandje hielden, maar die ook doordrongen in het stuifmeel, de nectar en uiteindelijk ook in de bijen en andere bestuivers. Heel slecht nieuws voor de populatie…



Er zijn ook nog een paar andere redenen te bedenken. Zoals de (bijen)planten bij reguliere tuincentra die bespoten zijn, de verstening van onze achtertuinen, straling van mobiele telefoons en bijenziektes zoals de varroamijt, die zich nestelt in de kasten en zo de hele kolonie uitroeit.


Hoe kunnen we helpen?

Gelukkig kan iedereen gemakkelijk iets doen voor bijen en andere bestuivers en alle acties, hoe klein ook, helpen mee om de bijen er weer boven op te helpen. Tegel eruit, plant erin! Plant je inheemse, biologische bloemen in je tuin of op je balkon, dan maak je al een heleboel bijtjes blij. Inheemse soorten zoals duizendblad, echte kamille, korenbloem, beemdkroon, gewone margriet, wilde marjolein en rode klaver doen het heel goed en zijn aantrekkelijk voor verschillende soorten bijen. Zaadjes en plantgoed hiervan kan je bestellen via bijvoorbeeld Cruydt-Hoeck.


Bij Bosnodig hebben we met behulp van het Piet Oudolf Groen in de Buurt Fonds een Zoemmm weide aangelegd; een weide waar alleen inheemse en biologische beplanting is gebruikt en die straks vol staat met heerlijke bloemen. Deze weide is onderdeel van het educatieve pad dat dwars door het voedselbos is aangelegd. En er is niet alleen aandacht voor voedsel; ook zijn er water- en diverse schuil- en nestplekken aangelegd.



Want als je toch bloemen gaat zaaien of planten, plaats dan ook gelijk een insectenhotel. Door de verstening van onze achtertuinen en het ‘netter worden’ van onze steden verdwijnen de rommelplekjes waar de wilde bijen graag wonen. Een insectenhotel, met open bakstenen, hout met gaten en holle rietstengels, is een prima nestelplek.


Ten slotte helpt het ook om biologisch eten te kopen. Biologisch voedsel is niet alleen gezonder voor je eigen lichaam maar zeker ook voor de bij. Veel bestrijdingsmiddelen, met name de neonicotinoïden zorgen ervoor dat een bij duizelig wordt wanneer hij het binnenkrijgt. Hierdoor kan hij de weg naar de bijenkast niet meer vinden en zal hij doodgaan. Hoe meer we biologisch eten, hoe meer er biologisch geteeld wordt en hoe meer bijen nectar kunnen halen uit deze biologische planten zonder daar dood aan te gaan. Bij onze partner, biologisch dynamische akkerbouwer ‘De Zonnegaard, kun je biologische groente kopen.